Roma zijn al eeuwenlang aanwezig in Europa. Onderzoek naar de taal die de Roma spreken (het Romanes) en naar de aanwezigheid van bepaalde kenmerkende bloedgroepen heeft uitgewezen dat zij oorspronkelijk afkomstig zijn uit Noord-India, van waaruit ze een tiental eeuwen geleden zijn beginnen wegtrekken, via Perzië richting Europa en Noord-Afrika. Wat precies de positie van Roma was in de Noord-Indiase samenleving, en waarom ze zijn beginnen migreren, blijft onduidelijk.
In de loop de tijden verspreidden Roma zich over heel Europa en kwamen ze ook in de Lage Landen terecht. Grofweg kunnen we drie grote migratiegolven onderscheiden van Roma naar onze streken.
De eerste groepen kwamen in de Nederlanden aan in de 15de eeuw, al dan niet in het bezit van vrijbrieven die hen toestonden rond te trekken. Zij wekten zowel nieuwsgierigheid als wantrouwen en er werd gespeculeerd over hun afkomst. Die werd nu eens in ‘Klein-Egypte’ (een deel van Griekenland) gesitueerd, dan weer in Egypte zelf – vandaar de namen ‘Gypsies’ of ‘Gitanos’. Het Slavische ‘Tsigane’ (in al zijn varianten) zou teruggaan op het Griekse ‘atsinganoi’ of ‘onaanraakbaren’. De afstammelingen van deze eerste migratiegolf in onze streken zijn de Manoesjen, een subgroep van een grotere Romagroep bekend als Sinti.
Roms stammen af van de tweede migratie die op gang kwam na de opheffing van de slavernij in Moldavië en Walachije in 1856, waar Roma vaak als lijfeigene in dienst waren van kloosters en grootgrondbezitters. Zowel Manoesjen als Roms leven vooral in woonwagens waarmee ze rondtrekken of op residentiële terreinen wonen. Er zijn ook Voyageurs die in woonwagens wonen. Dit zijn autochtone Belgen, afstammelingen van vroegere rondreizende ambachtslieden. Sommigen hebben historische banden met Manoesj-families. Een aantal van hen leeft nu in huizen.
Na de val van het communisme kwam er een derde grootschalige migratie op gang van Oost-Europese Roma. Deze families leefden al geruime tijd sedentair in huizen of appartementen, onder meer ten gevolge van verplichte culturele assimilatie tijdens de communistische periode. In Brussel treffen we vooral Roma aan uit deze meest recente migratiebeweging.
Op het eerste Wereld Roma Congres in 1971 in Londen werd een algemene naam voor al deze groepen gekozen: ‘Roma’. In het Romanes betekent dat eenvoudigweg ‘mensen’. De termen ‘Zigeuners’, ‘Tsiganes’ of ‘Gitans’ hebben voor velen een negatieve bijklank gekregen door slavernij, holocaust en racisme. Roma zijn verbonden door hun gemeenschappelijke Indiase wortels, en velen spreken het Romanes, een Indo-Arische taal. Naast deze gedeelde afkomst kennen Romagroepen echter een bijzonder grote diversiteit. In Europa zijn ze met 10 à 12 miljoen. 95 tot 98% van alle Roma ter wereld hebben vandaag een sedentaire levenswijze, waardoor we hen geen nomadisch volk meer kunnen noemen.
Op het congres van 1971 werd ook de officiële Roma-vlag vastgelegd. Het wiel dat in het midden daarvan is te zien, verwijst zowel naar de Indiase herkomst van de Roma (de asoka chakra op de Indiase vlag) als naar het nomadische verleden.