De klas als vertrouwde en inspirerende plek

Goede sfeer, sterke middengroep

Een goede sfeer in de klas is van groot belang voor het welzijn van alle leerlingen. Voldoende diversiteit (afkomst, geslacht …) bij de leerlingen verhindert dat er grote homogene groepen ontstaan die de klas domineren. Een goede sociale mix leidt bovendien gemakkelijker tot gelijke kansen. Met activiteiten als een vaste praatronde om de dag te beginnen kan je bijdragen tot een goede sfeer, terwijl extra-muros of zelfs buitenschoolse activiteiten van onschatbare waarde zijn voor de bindingen tussen leerlingen. Wanneer de jongeren daarin een zekere verantwoordelijkheid krijgen (wedstrijd, theaterproductie, kunstproject, actie ten voordele van een sociale organisatie, …) versterkt dat nog een ‘wij’-gevoel tussen de jongeren.

Belangrijk is dat je de sfeer goed bewaakt. Door een sterke middengroep te creëren, zullen voorbeeldfiguren een positieve invloed op de anderen kunnen hebben. Stuur eventuele negatieve elementen of pestgedrag zo snel mogelijk bij om te vermijden dat er een harde kern ontstaat die anderen meesleept. Problemen en taboes kan je bespreekbaar maken tijdens groepsgesprekken.

Functioneel en ervaringsgericht

In scholen met een grote diversiteit is het logisch dat ook de lesinhoud regelmatig wordt bijgewerkt en afgestemd op de verschillende leefwerelden en achtergronden van de leerlingen. De jongeren willen praktische dingen bijleren en competenties opbouwen. Ze zullen dus gemotiveerd zijn als ze de leerstof zelf zinvol en functioneel vinden. Ook de situatie en de cultuur van de Roma kunnen in de les aan bod komen: in de geschiedenislessen kan je het hebben over het lot van de Roma in de Holocaust; in de muzieklessen kunnen Roma-muzikanten als Django Reinhardt aan bod komen. Deze specifieke aandacht helpt de leerlingen clichés te doorbreken, correcte beeldvorming te ontwikkelen en als Roma een positieve identiteit te ontplooien. Foyer vzw werkte in dit verband een educatief pakket rond Roma uit voor de derde graad basisonderwijs, waarmee je in de reguliere lessen een aantal aspecten van de cultuur en situatie van Roma in de klas kan behandelen.

Warmte en structuur

Leerlinggericht en ervaringsgericht onderwijs dat interne motivatie als uitgangspunt impliceert, is niet vanzelfsprekend. Roma-kinderen hebben in de klas nood aan voldoende structuur en duidelijkheid, ook in de secundaire school. Een didactische aanpak zal succes hebben wanneer ze een klare structuur biedt en coherent is. Hierbij moeten grenzen afgetast en onderhandeld worden.

Differentiëren en maatwerk

Anderzijds hebben leerlingen met een moeizame scholarisatie ook nood aan persoonlijke en gedifferentieerde omkadering, begeleiding en maatwerk. Individuele activiteiten en begeleiding zijn mogelijk wanneer het aantal leerlingen in de klas beperkt is, bijvoorbeeld door middel van hoekenwerk met een doorschuifsysteem waarbij ieder op zijn ritme werkt.

Onderstaande video geeft een beeld over hoe scholen met een groot aantal Roma-leerlingen (Vormingscentrum Molenbeek, Gemeentelijke basisschool n° 8 Schaarbeek) hun pedagogisch concept afstemmen op deze doelgroep.